De hydroidkwal Eutonina indicans (Parasolletje) vangt een zeedruifje in een kwallenaquarium.
Omschrijving
Poliepkwallen of Hydroidkwallen zijn familie van de schijfkwallen, en gebruiken net als schijfkwallen netelcellen om hun prooien te vangen; gifharpoentjes die afschieten als er een prooi tegenaan komt. De meeste poliepkwallen leven het grootste deel van hun leven als kolonie poliepen op de zeebodem. Deze poliepen laten kleine kwalletjes los, die zich voeden met zoöplankton en zich geslachtelijk voortplanten. Uit een eitje komt een larfje dat, al zwemmend met trilhaartjes, op zoek gaat om een plek om zich te vestigen. Vrijwel alle uitzonderingen op deze levenscyclus komen ook voor!
Uit Nederlandse wateren zijn rond de 120 soorten bekend, maar waarschijnlijk komen er een stuk meer soorten voor, aangezien er weinig onderzoek naar deze groep wordt gedaan.
Levenscyclus
De levenscyclus van poliepkwallen lijkt erg op die van schijfkwallen. Ook zij hebben gescheiden geslachten. Het poliepstadium kan zich ongeslachtelijk voortplanten en kolonies vormen. Aan deze kolonies groeien kleine kwalletjes, die loslaten, groeien en zich geslachtelijk voortplanten. De bevruchte eicellen ontwikkelen zich tot een planula larve. Deze larve zwemt door middel van trilhaartjes en gaat op zoek naar een geschikte plek om zich te vestigen. Als deze wordt gevonden, verandert de larve in een poliep en is de cyclus rond.

De levenscyclus van de hydromeduse Obelia sp. Aangepaste afbeelding van BIODIDAC.
Vrij overzichtelijk toch? Nee, want zo’n beetje alle mogelijke afwijkingen van deze “algemene” levenscyclus zijn mogelijk! Zo zijn er soorten die geen kwalletjes afsnoeren maar gonophoren maken: knopjes waarin geslachtscellen zich ontwikkelen. Andere soorten, zoals het bezaantje (Velella velella) en het Portugees oorlogsschip (Physalia physalis) vormen kolonies poliepen die niet vast zitten maar drijven.
De kwal en de poliep lijken meestal totaal niet op elkaar. Daarom werden vroeger vaak soorten twee keer “ontdekt”, waarbij de kwal en de poliep als aparte soorten werden beschreven. Later kwam men er dan achter dat de twee soorten eigenlijk twee stadia van hetzelfde dier waren. Tegenwoordig is het veel makkelijker om erachter te komen welke poliep bij welke kwal hoort, door middel van DNA technieken.
Het hydroidkwalletje Obelia sp, van ongeveer 2 mm in diameter.
Skeletten van bezaantjes Velella velella, aangespoeld op Corsica.
Thecate hydroidkwallen
Thecate hydroiden zijn een aparte orde van hydrozoa. Hun naam ontlenen ze aan het feit dat de poliepen in een “cupje” zitten, dat hydrotheca wordt genoemd. Niet alle soorten produceren kwalletjes, er zijn ook soorten waarbij het voortplanting-stadium aan de poliep vast blijft zitten tijdens de bevruchting en productie van larven.
Over het algemeen hebben thecate hydroidkwallen een afgeplat en schijfvormig lichaam. Ze vangen meestal hun voedsel, plankton, door actief te zwemmen zodat het water langs de vaak vele fijne tentakels stroomt.
Staurophora mertensii, gevangen op de Noordzee. Dit is één van de grootste hydroidkwallen. Het witte kruis bevat het spijsverteringssysteem en de voortplantingsorganen.
Athecate hydroidkwallen
Athecate hydroiden hebben poliepen die solitair of in kolonies leven, en die niet beschermd zijn door een hydrotheca. De meeste athecate hydroidkwallen hebben een klokvormig lichaam met een centrale maagsteel. Ze zwemmen vaak door de klok samen te trekken zodat het water eruit wordt geperst. Om voedsel te vangen laten ze zich vaak langzaam drijven of naar beneden zakken, om met hun met netelcellen uitgeruste tentakels dierlijk plankton te vangen.
Een bijzondere hydroidkwal is het bezaantje Velella velella. De poliepen vormen drijvende kolonies die plankton eten. Ze hebben een centraal met een zeil, waardoor ze door de wind worden voortbewogen. Ook het bezaantje produceert kleine kwalletjes voor de voortplanting.
Twee athecate hydroidkwallen uit de Noordzee, Leuckartiaria nobilis (links) en Leuckartiaria octona.
Zoetwaterkwallen
Ook in zoet water kan je kwallen vinden! De zoetwaterkwal Craspedacusta sowerbii is een algemene soort in allerlei watertypen. Ook deze soort leeft als heel klein poliepje op waterplanten of stenen. Vaak worden ze gezien na een periode van erg warm weer. De zoetwaterkwallen zijn enkele centimeters groot en eten plankton.
Twee zoetwaterkwallen Craspedacusta sowerbi uit de Cabinetgracht in Zutphen.